Geschiedenis van Uitgeest in het kort

Ooit was Uitgeest waddengebied, onderdeel van een keten van strandwallen, welke zich uitstrekten vanaf de keileemhoogten van Wieringen en Texel tot de rotskust van Frankrijk. Deze strandwallen werden doorsneden door zeearmen en rivieren. In de luwte van deze wallen ontwikkelde zich een veenmassief van waaruit afwateringsbeekjes mede de zandplaten omspoelden. Op dit hoger gelegen veengebied vinden we nog vele woonterpjes van omstreeks het begin van onze jaartelling. Opgravingen hebben aangetoond dat de bewoning te Uitgeest na het verdwijnen van de Romeinen uit onze streek gecontinueerd is.

Via luchtverkenning en archeologisch onderzoek is aangetoond dat er in Uitgeest een burcht (zie foto) is aangetoond. Van dit slot uit de Noormannentijd is verder niets bekend.

Luchtfoto van de Zienpolder van omstreeks 1940 met hierop duidelijk zichtbaar de contouren van de verdwenen burcht van Uitgeest. >>>

In de Middeleeuwen was Uitgeest één van de grootste dorpen in Kennemerland.
Gelegen aan het Alkmaardermeer had het goede verbindingsmogelijkheden met het buitenwater en kon Uitgeest zich ontwikkelen tot een welvarend dorp waar zowel de agrarische bedrijfstak als de nijverheid floreerde. In de 17e eeuw verdienden veel Uitgeesters hun brood in de zeevaart en de scheepvaart.

<<< Kaartje van Uitgeest in 1630 getekend door Jan Allertssoon Bonckenburch, secretaris van Uitgeest

 

Geleden heeft Uitgeest in de oorlog tegen Spanje. Op 16 januari 1573 werden circa zestig boeren gedood door de Spaanse cavalerie en werd het halve dorp platgebrand.
Natuurlijk heeft Uitgeest zijn 'beroemde' zonen, de bekendste hiervan is ongetwijfeld Willem Jansz Blaeu. Deze zoon van een Uitgeester haringkoopman werd de belangrijkste cartograaf van zijn tijd.
Niet minder bekend is Cornelis Corneliszoon van Uytgeest. Deze inventieve molenmaker bedacht rond 1600 een krukasmechanisme, 'een bysonder Krecwerck', waarmee een draaiende beweging omgezet werd in op- en neergaande slagen. Samen met zijn schoonvader Pieter Dircx bouwde hij een 'molenken' op een vlot, geschikt om meel te malen en hout te zagen. Hij heeft hierdoor mede de basis gelegd voor een bloeiende houtverwerkende industrie in onder meer de Zaanstreek.
Verder is hier geboren Engel Arendssoon van Dorregeest. Deze 17e eeuwse leraar van de doopsgezinden in de Rijp was een fel verdediger van zijn geloof en geloofsgenoten. Met zijn geschriften durfde hij het op te nemen tegen de beroemde Frederik Spanheim, hoogleraar te Leiden.
Een andere opmerkelijke Uitgeester was Garbrandt Mieusz. Deze landmeter ontwikkelde in 1617 een plan tot droogmaking van de Haarlemmermeer, de eerste in zijn soort.
De 17e eeuw was voor Uitgeest een bloeitijd. Geld werd verdiend met de Oostzeehandel, haringvisserij en walvisvangst en in het dorp werden diverse industriewindmolens gebouwd zoals hennepkloppers, verf- , olie- en houtzaagmolens.

Uitgeest in 1744 gezien vanf het Castricummerweggetje >>>
 

De 18e eeuw was voor Uitgeest een periode van achteruitgang op vrijwel elk gebied. De nijverheid verdween grotendeels, alleen de rolrederij, het vervaardigen van zeildoek, kon zich nog enige tijd handhaven. Ook de agrarische bedrijfstak kreeg met grote tegenslagen te maken door lage prijzen voor de produkten, veepest-epidemiën en hoge belastingen. Een en ander had uiteraard gevolgen voor het inwonertal. Woonden er in 1632 nog ruim 2000 mensen in Uitgeest, 1800 bedroeg dit aantal nog maar 1000.

In de 19e eeuw begon men met het telen van bloembollen op de geestgronden van Uitgeest, een teelt welke pas goed op gang kwam na de aanleg van de spoorlijn Haarlem-Uitgeest in 1867.

<<< Bloemententoonstelling Uitgeest 1906


Door de naoorlogse woningbouw op de geestgronden is deze teelt verdwenen.
Herkenbaar is nog de vorm van deze 'geesten' in het stratenpatroon. In straatnamen als Ixiapad, Anemonepad, Ranonkelpad etc. vinden we de oude tuinderspaden terug en wat er toen zoal geteeld werd.

Voor verdere informatie over de geschiedenis van Uitgeest verwijzen wij u naar de onderstaande titels.

Aardrijks- en Geschiedkundige beschrijving van Uitgeest, H.Westerveld, Amsterdam 1846
Geschiedenis van Uitgeest, J.C.v.d. Loos, Haarlem 1925
Een Kwart Eeuw Pastoor van Uitgeest, J.C.v.d. Loos, Heiloo 1945
Uit het verleden van Kennemerland, mr. H.J.J.Scholtens, Den Haag 1947
Het Noorderkwartier, A.M. van der Woude, Wageningen 1972
Requiem over een Polder,T.Wentink Dzn, Heemskerk 1976
De dorpskerk van Uitgeest, ir. J. Kol, Uitgeest 1977
Waar komt die naam vandaan, Vincent Krah, Waarland 1977
Uitgeest zoals het was, N.J.Kaptein, Wogmeer 1979
Het molenrijk Uitgeest, J.C.Krom, Uitgeest 1980
De Historische Geografie van Kennemerland, J.K. de Cock, Arnhem 1980
Uitgeest en de Uitgeesters in oude ansichten, A. de Jong, Zaltbommel 1982
100 Jaar Kerk en Parochie O.L. Vrouwe Geboorte Uitgeest 1884-1984, Theo de Goede e.a., Uitgeest 1984
Uitgeest 1940-1945, Co v. Tongeren jr, Haarlem 1985
Het Roerige Roomse Leven in Uitgeest, L.Krouwels, Uitgeest 1988
Grote en Kleine Monumenten van Uitgeest, A.Groen e.a, Uitgeest 1987
Molens in de Banne Uitgeest, dr. A.J.Kölker, Uitgeest 1990
Kadastrale Atlas van Noord-Holland 1832, dl. I Uitgeest, Haarlem 1990
De Oudste Kerken van Holland, E. de Hartog, Utrecht 2002
Cornelis Cornelisz. Van Uitgeest, P.Groot e.a., Zutphen 2002
150 Jaar IJspret, W.Degeling e.a., Uitgeest 2003
Uitgeest in vervlogen dagen, P.Hacquebard, Amsterdam z.j.